Randgevallen

Na precies een maand werd het tijd voor een controlerondje op de vindplaats Peest. Helaas moest dit vanwege de maatregelen ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus beperkt blijven tot twee personen. Marcel was eerder in april begonnen met refitten van de stukken van concentratie B. Hij wilde nog wel eens in de steenhopen kijken die de auteur dezes en ook anderen langs de akkerrand hadden gedeponeerd; soms zijn er amorfe stukken die mogelijk toch passend zijn aan stukken die wel genoeg kenmerken hebben voor herkenning als artefact.

De weergoden waren ons gunstig gezind; het was half bewolkt met een vrij frisse noordelijke wind. Het zicht op de akker was echter matig tot slecht. Resten van aardappelloof en uitgedroogde mest ontnamen een groot deel van het zicht. Door gebrek aan regen de afgelopen maand waren ook geen nieuwe stenen vrij komen te liggen.

Marcel zoekt stenen langs de akker uit.
Marcel zoekt stenen uit die bij eerdere survey’s langs de akker zijn gedeponeerd.

Sommigen uit de groep verzamelen alle stenen die ze oprapen in een plastic tas. De gedachte is dat dit bijdraagt aan een efficiëntere manier van zoeken. Het bukken, het schoonmaken, en het bekijken van de steen en het eventueel raadplegen van deskundigen kost tijd. Als je dat meerdere malen voor dezelfde steen doet, omdat je (of iemand anders) de steen bij een vorige bezoek hebt laten liggen, dan voel je je toch een beetje een ezel.

We hadden pas één baantje over de wending gelopen of Marcel dook op de afvalhoopjes langs de akker. Bovenop het eerste hoopje zag hij meteen een kern stralen. Dat was onverwacht. Oei, oei, wie heeft hier iets over het hoofd gezien? Een bedrijfsongevalletje zullen we maar zeggen, door modder en ontij.

Gelijk bij de eerste inspectie werd een Midden Paleolithische kern uit de afvalhoop gevist.

Het was niet het enige ongevalletje. Later werd elders nog een Mesolithische kern uit een hoopje gevist. En bij bestudering van de stenen thuis kwam er nog een Midden Paleolithische tevoorschijn. Kernen zijn kennelijk wat moeilijker te herkennen dan vuistbijlen… en afslagen.

Na Peest B zijn we naar Langelo gereden. Het stond al tijden op het programma om bij die ene afslag nog wat meer te vinden. De akker was net omgewerkt en erg stoffig. Hierdoor was het zicht slecht. Na één keer heen en weer gegaan te zijn, zijn we ermee gestopt.

Als kers op de taart raapte Gijsbert nog een Mesolithisch afslagje op bij de auto. Het ligt er dus wel.

Neanderthaler-virus nog springlevend

Door omstandigheden was het al weer twee maand geleden dat we op zoektocht gingen naar Neanderthaler-gereedschap. Ondanks de teleurstellende resultaten van onze vorige zoektocht en ondanks de rondwarende virussen, was bij tien man het Neanderthaler-virus te sterk om af te zien van deelname aan een survey op onze favoriete akker te Peest. Op advies van de instanties ging de begroeting deze keer met een elleboogje. Het zoekweer was ideaal, met een gebroken zonnetje en prettige temperatuur; alleen de wind was vrij stevig. De boer had gras op het land uitgestrooid waardoor de zichtbaarheid niet overal even goed, of ronduit slecht was. Gelukkig was concentratie B aan deze actie ontsnapt.

Nog voordat de zoektocht eigenlijk begonnen was raapte Gijsbert een Mesolithische kling op het pad naar de akker op. Dat was toch wel opmerkelijk; bij de bouw van de gebouwen voor Staatsbosbeheer was helemaal niets gevonden. Zo begon de dag goed.

De route naar B, over C, was bedekt met gras. Dit leverde dan ook niets op. Maar bij B was het gelijk raak met een kernfragment. De westrand van de akker leverde aanvankelijk niets op. Pas op de terugweg, en dan helemaal aan het eind raapte Giel een prachtige afslag op, precies in de hotspot van concentratie B.

De forse afslag van Giel, midden uit concentratie B.

Hierna tot de lunch zochten we de oostelijke helft van de akker ter hoogte van concentratie B af.

Voor de lunch lag ons ter beschikking een comfortabele eiken stam.

Na de lunch zochten we de westelijke helft van B af. Hier hadden nog aardig wat successen met een kernfragment, en afslagen.

Opmerkelijk was de vondst van een Jong Paleolithische kling wat hoger op de akker, net binnen het bereik van ons survey-gebied van concentratie B. Deze was gemaakt van prachtige licht doorschijnende vuursteen. De kling was solitair. Het roept de vraag op of er meer uit deze periode op de akker ligt van een kampement.

De Jong Paleolithische kling gevonden door Gijsbert

Na zo lange tijd konden we het natuurlijk niet laten om even in het vuistbijlen vak te kijken (concentratie A). Hier raapte Marcel al snel een distaal fragment van een afslag op. Maar daar bleef het ook bij.

Het registreren en inmeten van het afslagfragment in het vuistbijlen vak.

Met een vondsttotaal van 2 kernfragmenten, 4 afslagen en als bonus een prachtige Jong Paleolithische kling was het weer een succesvolle dag.

Orvelte kromboom

We hadden het plan opgevat eens ergens anders te kijken. Een plek die al langer op ons verlanglijstje stond was Orvelte Kromboom. In het verleden was hier ooit een goede afslag opgeraapt. En vorig jaar is er door De Steekproef geboord om inzicht te krijgen van de opbouw van de bodem. Onze simpele gedachtegang was dat als er één ligt er meer.

Het weer was niet al te uitnodigend: regen, en veel wind. De akker was recentelijk ingezaaid met groenbemester, waardoor de grond nog vrij rul was. Aanvankelijk twijfelden of we erop konden gaan, maar we besloten het toch te doen; de plantjes zouden onze voetstappen wel overleven; daarnaast wordt de groenbemester niet geoogst. We waren vijf man sterk: Marcel, Gijsbert, Giel, Jan, en Sander.

De grote akker bij Orvelte lachte ons uitnodigend toe.

De regen en wind sloeg ons om de oren in de ochtend. Dit bemoeilijkte het zoeken. We hebben eerst de korte westzijde afgezocht. Vervolgens de lange zuidzijde. Vervolgens hebben we besloten op aanraden van Sander om de westzijde te doen, omdat de afslag uit die hoek kwam.

Na de lunch werd het iets droger. We raapten twee afslagjes uit het Mesolithicum op. En daar zou het bij blijven. Wel hebben we nog de oostzijde van de akker nog vluchtig bekeken.