Storm oogsten

Vol goede moed gingen we met een selecte groep afgelopen zondag het veld in. Er was flink wat regen gevallen. Zeijen West was vorig jaar een grote tegenvaller, maar zoveel regen, moest er toch wel wat op te rapen zijn, zeker met zoveel ervaren mensen. We droomden van bladspitsen die door de lucht dwarrelden, tussen de andere blaadjes…

Goed ingepakt om windkracht 7 met regen te weerstaan.

Het mocht echter niet zo zijn. De wind was zo hard dat we zelf bijna ons evenwicht verloren. Wel veel stenen, maar geen artefacten.

Na afloop schoot de landeigenaar ons aan. Of we toestemming hadden van de eigenaar? Een praatje met hem klaarde dan tenminste die lucht, met het verzoek bij een volgende zoektocht even te bellen.

Om deze teleurstelling te verwerken, togen we ’s middags naar Peest. Hier konden we haast niet teleurgesteld worden.

Giel verraste ons met een enorme kern (of is het een halffabricaat van een vuistbijl?), die hij had opgeraapt toen hij met Henk achter de rooimachine aanliep, een maand eerder. Het materiaal van de kern is zeer grofkorrelig; hierdoor was er bij hem twijfel gerezen of het een artefact was.

Giel toont een enorme kern (of halffabricaat van een vuistbijl?), die hij eerder opraapte achter de rooimachine.

Na deze opsteker, gingen we het veld in, direct naar concentratie B. Het weer was inmiddels wat beter, en de zichtbaarheid behoorlijk goed, al lag er nog wat bladeren en aardappelloof. En natuurlijk grote plassen.

Het geluk lachte ons niet toe. Pas laat in de middag werd eerst door Marcel en daarna door Gijsbert een afslagje gevonden; beide waren nog gefragmenteerd ook.

Terug bij de auto’s troffen we boer Johan. We wisselden over en weer nieuwtjes uit. En we hielpen hem met het afdekken van de berg aardappels; het doek was eraf gewaaid.

De les van de dag was toch wel dat je storm kunt oogsten zonder wind te zaaien.

Peest: einde feest?

De vorige keer hadden we de indruk dat de vindplaats uitgeput aan het raken was, met name in het centrum van concentratie B. Met een neutrale verwachting gingen we daarom het veld in. Een zeer grijze dag met een kille oostenwind waren de klimatologische condities. De akker was goed afgeregend en we zagen geen voetstappen, van onszelf noch van anderen. De tussentijdse regen had zijn werk gedaan. De zichtbaarheid was hiermee heel redelijk goed, op wat gevallen bladeren na.

Op jacht naar neanderthaler-artefacten op een kille grijze dag. Een aantal mensen voeren de natuurlijke vuurstenen af in een plastic zak. Dit voorkomt dat je twee maal voor dezelfde steen moet bukken.

Om eens af te wijken van onze standaard looproute zijn we deze keer eerst de akker overgestoken om concentratie B van de andere kant te benaderen. Dit had geen noemenswaardig effect; het duurde een uur voordat Jasmina de vondstenreeks opende met een zwaar gepatineerde afslag.

Hierna volgden nog 2 andere afslagen en 3 kernen, of fragmenten daarvan.

Een fraai mediaal fragment van een afslag met negatieven op de achterzijde, gemaakt zeer fijnkorrelig vuursteen.

Ondanks onze lage verwachtingen, was het toch een succesvolle dag. We zijn er nog niet klaar.

Peest: aftrap seizoen 2019-2020

Begin november is het zoekseizoen 2019-2020 van start gegaan op de vindplaats Peest. Een paar weken eerder was er een voorronde met een aantal mensen, die op de aardappelrooimachine mee gingen. Tijdens rooien hebben we niets gevonden wel op de akker zelf waaronder een prachtige schaaf, een kern en een paar afslagen.

De schaaf gevonden in de ‘voorronde’ door Sander is een prachtvondst.

Het echte zoeken begon afgelopen weekend. De eerste werkzaamheden bestonden uit het doorzoeken van een drietal steenhopen; de stenen zijn een bijvangst van de aardappelrooimachine en soms zit daar wat moois tussen zoals een vuistbijl of een kern. Het omzetten van de stenenhopen met de hand nam de hele ochtend. Gelukkig waren we met velen zodat we toch vaart konden maken. De oogst: een paar incerto’s en een duidelijke Midden-Paleolithische kern. En ook nog een onverwachte vondst: een dode houtsnip.

Het doorzoeken van de steenhopen vergt doorzettingsvermogen.

’s Middags werd eerst vak A afgezocht, maar daar waren we snel klaar. Over concentratie C zijn we vervolgens naar B afgedaald.

Het duurde even, maar er werden toch een aan tal stukken opgeraapt: 3 kernen en 3 afslagen. Opvallend was dat deze vaak wat verder van de concentratie lagen. Dreigt onze vindplaats uitgeput te raken?