Tag archieven: Midden Paleolithicum

Klik klak klingkern!

Het zoekseizoen loopt alweer ten einde. De boeren zijn gestart met bemesten en het zaaien zal spoedig volgen. In totaal zouden we met acht man sterk het veld gaan belopen. De condities waren ideaal: de grond was goed afgespoeld en enigszins opgedroogd na de overvloedige regenval. En het was half bewolkt.

We starten bij concentratie C, natuurlijk in de hoop nog wat stukken toe te voegen aan de collectie. Maar zoals het gaat, aan je verwachtingen wordt niet voldaan. Het zoeken leverde hier niets op. Geen resultaat is ook een resultaat.

Zoeken op concentratie C
Zoeken op concentratie C is deze keer zonder resultaat gebleven.

Op naar concentratie B. We hadden hier natuurlijk al intensief gezocht en niets vinden, zou betekenen dat we eerder ons werk goed gedaan hadden. Maar het zit in de mens om toch te hopen op een vondst.

Zoals gebruikelijk begonnen we onderaan het veld bij de wending. Dat leverde geen resultaat op. Ook de flank van de akker bleef vondstloos. Pas toen we versterking kregen van ‘onze’ fotograaf Frans de Vries (Toonbeeld) keerden onze kansen: hij raapte en passant een kerntje op.

Voor het beste resultaat moet je als fotograaf soms een bijzondere positie innemen.
Voor het beste resultaat moet je als fotograaf soms een bijzondere positie innemen.

Bijna gelijktijdig pakte Henk een moeilijke cortex-afslag op. Nog een afslag volgde. De vondst van de dag was toch wel een klingkern door Marcel, de eerste van de vindplaats.

De klingkern van Marcel.
De klingkern van Marcel.

Al met al toch weer een mooi resultaat.

Een ABC-tje

Afgelopen zondag wilden we de zuidkant van de akker van de vindplaats Peest weer eens aflopen, inclusief het vuistbijlen vak A. Het was alweer lang geleden dat we serieus aan die kant van de akker hadden gezocht. We waren met tien man sterk, allen ervaren zoekers. Het beloofde een mooi dag te worden. De grond was erg goed afgeregend en de zichtbaarheid wel haast optimaal, op wat plukken omgewerkt gras na. De weergoden hadden in de ochtend nog een flinke bui voor ons bedacht, maar daar lieten we ons niet door weerhouden.

De weergoden sloegen ons met striemende regen in de ochtend
In de ochtend sloegen de weergoden ons met striemende regen. We lieten ons hierdoor niet tegenhouden.

In het verleden hadden we langs de zuidzijde een redelijke hoeveelheid artefacten opgeraapt. Maar al een aantal jaar leverde die kant van de akker niets meer op. Zo ook nu niet. Toch voelde het goed om er weer eens te kijken. Pas tegen het middaguur, toen een aantal aangaven andere verplichtingen te hebben, leek het tij te keren met de vondst van een enorme afslag door Bernard nabij het vuistbijlvak, waarvan na bestudering echter niet zeker is of het geen geofact is.

Berhard met een afslag-achtige vuursteen.
Bernhard met een afslag-achtige vuursteen.

De groep was wat uitgedund toen we aan vak A begonnen. Al direct raapte marcel een bewerkte steen op, dat mogelijk een fragment van een vuistbijl is. In het verlengde van het vak raapte Gijsbert eerst een klein fragment op en later een klassieke, nogal forse afslag op.

Gijsbert toont zijn klassieke, forse afslag.
Gijsbert toont zijn klassieke, forse afslag.

Niet iedereen die A zegt, zegt ook B. De groep dunde zich steeds verder uit. De rest verpoosde zich op het bankje ter herinnering aan Dick Brinkhuizen. Hierna wilden we langs de westkant van de akker richting concentratie B lopen. De akker was hier dermate drassig dat we het hoger op moesten zoeken. Maar het werd wel duidelijk dat hier maar weinig steen lag.

Uitrusten op (en voor) het bankje ter herinnering aan Dick Brinkhuizen.
Uitrusten op (en voor) het bankje ter herinnering aan Dick Brinkhuizen.

Concentratie B was door de overvloedige regen een week eerder niet compleet afgezocht. Daarom wilden we er ook nu weer heen. En niet voor niets. Marcel raapte twee kernen op en Henk een mooi afslagje.

En wie B zegt, zegt ook C: hier raapte Henk een fragment van een kern of vuistbijl op met een afslag uit de Midden- of Jonge Steentijd: hergebruik van materialen is geen recent idee.

Concentratie C wordt steeds interessanter.

C Groeit

10 maart zijn weer op pad gegaan met een gezelschap van beperkte omvang naar onze bekende vindplaats Peest. Het had hard geregend die week. De aarde was dus mooi plat geregend wat de zichtbaarheid ten goede kwam. Ook was hierdoor de mestgeur verdreven. Er viel een klein spatje regen, maar er was geen wind (anders dan in het zuiden van het land waar het stormde); eigenlijk heel geschikt loop-weer.

Op weg naar concentratie B trekken we altijd over de noord helling van een verhoging in het landschap. Op deze helling werd de afgelopen 10 jaar elke jaar een artefact opgeraapt en met een beetje fantasie kon je wel spreken van een soort concentratie. Het overheersende gevoel was toch dat het mogelijk een secondaire depositie was, door activiteiten in verband met het  agrarisch gebruik van het perceel, bijvoorbeeld door tijdelijke opslag van aardappels.

Na niet veel meters meende Marcel een kern opgeraapt te hebben. Maar bij thuiskomst bleek dit toch niet zeker. Wat lager op de helling raapte hij een eerste afslag op. Dat was een mooi begin.

Zoeken op concentratie C en het inmeten van de eerste afslag.
Zoeken op concentratie C en het inmeten van de eerste vondst.

Op naar concentratie B. Hier duurde het even voor de eerste vondst zich melde: een mooi doorschijnend wit afslagje door Gerrit. Even later werd dit gevold door een bijzonder platte afslag door Maarten (Gerrit: ‘als dat geen incerto is, dan weet ik het ook niet meer’).

Deze zeer platte afslag werd gevonden door Maarten.
Deze zeer platte afslag werd gevonden door Maarten.

Hadden we de vorige keer veel kernen opgeraapt, deze dag zou zich beperken tot afslagen.

Na de lunch vervolgden wij onze zoektocht. De regen begon allengs te verergeren. Memorabel is dat Jasmina haar eerste afslag opraapte: een hele mooie.

Jasmina's eerste afslag
Jasmina’s eerste afslag.

De regen begon echt hinderlijk te worden en we besloten te stoppen. Andere delen van de akker zouden moeten wachten.

En op de terugweg kwamen we weer langs concentratie C. En jawel: weer een afslag, en nog een, een forse! Marcel: ‘Dit begint nu toch echt wel op een afzonderlijke concentratie te lijken!’. Ondanks de regen trokken we nog een paar baantjes en keerden toen terug naar onze auto’s. Met een opbrengst van acht afslagen konden we tevreden zijn.

Concentratie C verdient extra aandacht in de toekomst.