Vrijdag 19 oktober is het zoekseizoen afgetrapt door een selecte groep zoekers in Zeijen-Oost. De dag begon fris, met een waterig zonnetje. Later werd het zo warm, dat de jas uit kon. De conditie van het veld was zeer matig met veel klaver als groenbemester. Hierdoor was de zichtbaarheid slechts 50%.
We hadden beter klavertjes vier kunnen gaan zoeken; de hele ochtend zoeken leverde niet meer op dan een mogelijke afslag.
Pas tegen het einde van de middag keerden onze kansen. We verplaatsten onze speurtocht een akker verderop, waar in het verleden ooit een bladspits was opgeraapt door Henk. Hier waren de zoekcondities optimaal. De groep was inmiddels geslonken tot twee personen, toen Gijsbert een klassieke afslag opraapte.
Meer leek er niet in te zitten voor deze dag. Toch waren we opgetogen dat we ten minste iets zekers hadden opgeraapt, en ook nog op een plek waar nog niet zoveel was gevonden. Zeker een reden om nog eens terug te komen.
We liepen terug naar de auto, toen Henk een grote afslag oppakte. De afslag is gemaakt van een bryozoën vuursteen. De slagbult lijkt weggeretoucheerd te zijn. De dorsale zijde wordt gevormd door een negatief dat bijna even groot is als de hele afslag.
Hier komen we nog eens terug. Geen klaver brengt geluk.