Tag archieven: Kern

3 maal Peest is…

Na twee jaar stilstand heeft de boer zijn hand over zijn hart gestreken en mochten we weer de akker op, mede dankzij het feit dat Henk steeds contact heeft gehouden met hem. Omdat het pootgoed al weer bijna de grond in kan, hebben we drie zoektochten kort achter elkaar gehouden: op 23 en 27 februari, en op 3 maart. Steeds hadden we mooi zonnig weer, met soms een stevige bries. De zoekers in wisselende samenstelling waren: Johan, Gerrit, Giel, Maarten, Henk, Jasmina, Gijsbert, Marcel, Fieke en Sander. De akker lag er behoorlijk goed bij, maar was misschien wel teveel afgeregend waardoor de lagere delen van de ploegsporen soms vol gestroomd waren. Zeker op de eerste zoekdag was het laagste deel van concentratie B niet begaanbaar vanwege de plassen. De boer had bij wijze van variatie diagonaal gefreesd, waardoor het soms moeilijk was koers te houden. Later hebben we ons gewonnen gegeven en hebben we de concentraties diagonaal belopen.

Op de eerste dag wilden we met een quick scan de concentraties A en B afzoeken. Op A was het Maarten die een scherp oog, of in zijn eigen woorden ‘scherpe bril’, had voor artefacten: twee kleine afslagjes en een proximaal fragment van een grote brede kling. Ook een kern van Henk mocht er zijn.

Concentratie B leverde een paar afslagen op en een mooi kern van Gijsbert. Een opmerkelijk vondst werd door Henk gedaan: in eerste instantie leek het een grote schaaf te zijn. Maar bij nadere bestudering werd het artefact ‘gedegradeerd’ tot Mesolithische kernbijl: weer eens wat anders…

Na afloop koekjes met slibovitch van Jasmina.

Op de tweede zoekdag zijn er geen zekere artefact gevonden, alleen een potentiële kern van concentratie B. Op de derde zoekdag zijn we begonnen op B, omdat het water wat weg gezakt was en de concentratie nu overal goed te belopen was. Het duurde even maar Marcel trapte af met een fraaie kern.

Een fraaie kern van fijnkorrelige vuursteen gevonden door Marcel.

In de middag togen we naar concentratie A. Voordat we daar aankwamen raapte Henk al een grote afslag op, net buiten het vak. Ondanks onze verwoede pogingen nog iets toe te voegen lukte dat niet.

Op de terugweg naar de auto, die deze keer op de oprit naar de akker stond, slenterden we over concentratie C terug. Al tijden was er niets meer gevonden. De laatste vondst was het halffabricaat van een vuistbijl door Bernard; maar de vraag is of deze tot concentratie C behoort gezien zijn excentrische ligging. Marcel bracht hier verandering: een bifaciaal, en waarschijnlijk een halffabricaat van een bladspits. Dit is een sensatie: hiermee krijgt concentratie C opeens een eigen gezicht een een andere datering dan concentratie A.

Halffabricaat van een bladspits gevonden door Marcel op concentratie C.
Het halffabricaat van een bladspits.

Dit was wel een heel bijzondere afsluiting van het korte zoekseizoen!

Koekoek

Het is inmiddels een kleine traditie dat zoekers uit het noorden van het land eenmaal per jaar de zoekers in Twente bijstaan in hun onderzoek naar de vindplaats te Mander. Het is een prachtige plek, voor een noorderling voelt het bijna als ‘buitenland’. Op de achtergrond een keur aan vogels, en wat minder op de achtergrond maar wel onzichtbaar een koekoek. Zouden de artefacten zich wel laten zien?

Wat betreft het weer hadden we weinig te klagen met een zonovergoten dag. De droogte en de het feit dat de akker deels omgewerkt was voor het inzaaien van de maïs maakte de zichtbaarheid niet heel goed.

Zoeken te Mander op een uitgedroogde akker.

Het materiaal in Mander is wat gefragmenteerder dan wat we in Peest gewend zijn. Dat geeft een extra uitdaging in het herkennen van de stukken. Door de afwezigheid van Marcel, onze MP-specialist, hadden we een veel rijkere oogst dan we gehad zouden hebben als hij er wel bij was geweest. Zo meenden we een schaaf gevonden te hebben, maar die werd uiteindelijk toch afgekeurd. Voor niets geposeerd voor de foto!

Een eerste schifting in de vondsten werd al bij de lunch gemaakt. De helft viel hier al af.

Toch mochten we niet ontevreden zijn: een aantal afslagen en een kernfragment. Bij een eerdere zoektocht die week was er al een prachtige transversale schaaf opgeraapt.

Randgevallen

Na precies een maand werd het tijd voor een controlerondje op de vindplaats Peest. Helaas moest dit vanwege de maatregelen ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus beperkt blijven tot twee personen. Marcel was eerder in april begonnen met refitten van de stukken van concentratie B. Hij wilde nog wel eens in de steenhopen kijken die de auteur dezes en ook anderen langs de akkerrand hadden gedeponeerd; soms zijn er amorfe stukken die mogelijk toch passend zijn aan stukken die wel genoeg kenmerken hebben voor herkenning als artefact.

De weergoden waren ons gunstig gezind; het was half bewolkt met een vrij frisse noordelijke wind. Het zicht op de akker was echter matig tot slecht. Resten van aardappelloof en uitgedroogde mest ontnamen een groot deel van het zicht. Door gebrek aan regen de afgelopen maand waren ook geen nieuwe stenen vrij komen te liggen.

Marcel zoekt stenen langs de akker uit.
Marcel zoekt stenen uit die bij eerdere survey’s langs de akker zijn gedeponeerd.

Sommigen uit de groep verzamelen alle stenen die ze oprapen in een plastic tas. De gedachte is dat dit bijdraagt aan een efficiëntere manier van zoeken. Het bukken, het schoonmaken, en het bekijken van de steen en het eventueel raadplegen van deskundigen kost tijd. Als je dat meerdere malen voor dezelfde steen doet, omdat je (of iemand anders) de steen bij een vorige bezoek hebt laten liggen, dan voel je je toch een beetje een ezel.

We hadden pas één baantje over de wending gelopen of Marcel dook op de afvalhoopjes langs de akker. Bovenop het eerste hoopje zag hij meteen een kern stralen. Dat was onverwacht. Oei, oei, wie heeft hier iets over het hoofd gezien? Een bedrijfsongevalletje zullen we maar zeggen, door modder en ontij.

Gelijk bij de eerste inspectie werd een Midden Paleolithische kern uit de afvalhoop gevist.

Het was niet het enige ongevalletje. Later werd elders nog een Mesolithische kern uit een hoopje gevist. En bij bestudering van de stenen thuis kwam er nog een Midden Paleolithische tevoorschijn. Kernen zijn kennelijk wat moeilijker te herkennen dan vuistbijlen… en afslagen.

Na Peest B zijn we naar Langelo gereden. Het stond al tijden op het programma om bij die ene afslag nog wat meer te vinden. De akker was net omgewerkt en erg stoffig. Hierdoor was het zicht slecht. Na één keer heen en weer gegaan te zijn, zijn we ermee gestopt.

Als kers op de taart raapte Gijsbert nog een Mesolithisch afslagje op bij de auto. Het ligt er dus wel.