Waren neanderthalers kannibalen?

In de grotten van Goyet  (België) zijn in de 19e en 20e eeuw grote hoeveelheden menselijke en dierlijke resten opgegraven. De datering van de botten ligt op basis van koolstofdateringen tussen de 40500 tot 45500 jaar geleden, een tijdsvak waarin de neanderthalers nog volop aanwezig waren in Europa.

De vondsten zijn opnieuw geanalyseerd. Hieruit bleek dat 96 van de 283 menselijke botfragmenten uit de verzameling afkomstig waren van neanderthalers, van tenminste 5 individuen.

Met de de beenderen van neanderthalers uit Goyet is wat bijzonders aan de hand: inkepingen, deuken en snijsporen op de beenderen zijn bewijzen voor bewerking door anderen. Is dit dan het eerste bewijs uit Noord-Europa dat neanderthalers kannibalen waren?

Archeoloog Marcel Niekus van Stichting Steentijdonderzoek Nederland (STONE) uit Groningen,  is gespecialiseerd in neanderthalers uit Noord-Nederland en is niet betrokken bij het Belgische onderzoek: hij is er niet van overtuigd dat neanderthalers elkaar opaten. Hij stelt dat de snijsporen, inkepingen en inslagen ook het gevolg kunnen zijn van het maken van de werktuigen van de menselijke botten. Werktuigen van bot van neanderthalers zijn vrij algemeen. De mensenbotten uit Goyet lijken gebruikt te zijn om vuurstenen werktuigen te retoucheren. Juist pijpbeenderen waren daar zeer geschikt voor.

(bron: Kennislink)

Veel media-aandacht na nieuwe vondsten

Na de succesvolle zoektochten van de afgelopen maand, is het belang van de neanderthaler-vindplaats Peest ook goed doorgedrongen tot de media.

RTV-Drenthe: Geheime Neanderthalervindplaats bij Assen levert bijzondere bodemschatten op

Drenthe Journaal: Archeologen vinden tweede kampement Neanderthalers

Dagblad van het Noorden: Neanderthalers hadden werkplaats in Drenthe

Ook de landelijke pers besteedt aandacht aan de nieuwe vondsten:

NRC Next

Record aantal vondsten op neanderthaler-werkplaats

Zondag 17 april is het bestaande dagrecord van het aantal vondsten ruimschoots verbroken op de neanderthaler-vindplaats Peest (Drenthe). Dit stond al jaren op twaalf Midden Paleolithische artefacten en leek onovertrefbaar. Met de achttien zekere stukken die zondag zijn opgeraapt op de B-lokatie op de vindplaats Peest is het dagrecord met de helft verhoogd. Opmerkelijk is het grote aantal kernen: 6; verder natuurlijk veel afslagen (11), waarvan een paar klingvormig; en er is waarschijnlijk een schaaf gevonden; maar misschien is het beter om te spreken van een geretoucheerde afslag. De kernen zijn ad-hoc zonder al teveel preparatie of systematiek. Één kern heeft slechts een negatief en daarnaast een serie kleine negatiefjes, dit stuk is alleen maar getest en vervolgens afgedankt. Verder laten de meeste afslagen cortex op de dorsale zijde zien.

De vondsten bevestigen het beeld dat concentratie B een vuusteenbewerkingsplek is. In contrast met concentratie A: daar wijst het grote aantal vuistbijlen er op dat het op een slachtplaats gaat. Een onderzoeksvraag die nu open ligt is wat de relatie tussen de twee concentraties is: zijn ze gelijktijdig en zo ja heeft er uitwisseling van artefacten plaatsgevonden, of preciezer: zijn de artefacten van concentratie A vervaardigd op concentratie B?

De eerste vondst van de dag: een enorme afslag
De eerste vondst van de dag: een enorme afslag