Tag archieven: Midden Paleolithicum

Koekoek

Het is inmiddels een kleine traditie dat zoekers uit het noorden van het land eenmaal per jaar de zoekers in Twente bijstaan in hun onderzoek naar de vindplaats te Mander. Het is een prachtige plek, voor een noorderling voelt het bijna als ‘buitenland’. Op de achtergrond een keur aan vogels, en wat minder op de achtergrond maar wel onzichtbaar een koekoek. Zouden de artefacten zich wel laten zien?

Wat betreft het weer hadden we weinig te klagen met een zonovergoten dag. De droogte en de het feit dat de akker deels omgewerkt was voor het inzaaien van de maïs maakte de zichtbaarheid niet heel goed.

Zoeken te Mander op een uitgedroogde akker.

Het materiaal in Mander is wat gefragmenteerder dan wat we in Peest gewend zijn. Dat geeft een extra uitdaging in het herkennen van de stukken. Door de afwezigheid van Marcel, onze MP-specialist, hadden we een veel rijkere oogst dan we gehad zouden hebben als hij er wel bij was geweest. Zo meenden we een schaaf gevonden te hebben, maar die werd uiteindelijk toch afgekeurd. Voor niets geposeerd voor de foto!

Een eerste schifting in de vondsten werd al bij de lunch gemaakt. De helft viel hier al af.

Toch mochten we niet ontevreden zijn: een aantal afslagen en een kernfragment. Bij een eerdere zoektocht die week was er al een prachtige transversale schaaf opgeraapt.

Veegronde

Na enige regen in de voorafgaande week, begon het bij Marcel toch te kriebelen om weer op pad te gaan in Peest. De vorige keer was door gebrek aan neerslag de zichtbaarheid beroerd. Een appje aan de boer leverde zowaar een positieve reactie op: we mochten met een paar man het veld op; de akker was al ingezaaid met maïs.

Gedrieën trokken we erop uit. Het was half bewolkt en de akker was redelijk afgespoeld: goede condities om er een mooie dag van te maken.

Al redelijk snel raapte Henk in concentratie B een afslag op.

De afslag van Henk wordt ingemeten.

Hierna volgden nog twee afslagen. Één ervan was verbrand. Dat is toch wel bijzonder. De vraag blijft dan altijd of de verbranding uit het Paleolithicum stamt, of van recenter datum is.

Na concentratie B, zijn we via concentratie C naar concentratie A gelopen. Het is toch steeds weer opmerkelijk dat langs de verre zijde, waar in het begin van de survey-campagne toch veel stukken zijn opgeraapt, daar nu al jaren niets meer gevonden wordt.

Concentratie A leverde tot onze grote verrassing een groot fragment van een vuistbijl op en een afslagje. Dat afslagje had zich vermomd als een Mesolithisch exemplaar, en werd daarom niet ingemeten. Bij thuiskomst bleek het echter toch om een Midden Paleolithisch exemplaar te gaan. Kan gebeuren.

Henk raapte tot ieders verrassing een groot fragment van een vuistbijl op.

Al met al konden we de akker met een zeer tevreden gevoel achterlaten voor de zoekstop tot het najaar.

Randgevallen

Na precies een maand werd het tijd voor een controlerondje op de vindplaats Peest. Helaas moest dit vanwege de maatregelen ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus beperkt blijven tot twee personen. Marcel was eerder in april begonnen met refitten van de stukken van concentratie B. Hij wilde nog wel eens in de steenhopen kijken die de auteur dezes en ook anderen langs de akkerrand hadden gedeponeerd; soms zijn er amorfe stukken die mogelijk toch passend zijn aan stukken die wel genoeg kenmerken hebben voor herkenning als artefact.

De weergoden waren ons gunstig gezind; het was half bewolkt met een vrij frisse noordelijke wind. Het zicht op de akker was echter matig tot slecht. Resten van aardappelloof en uitgedroogde mest ontnamen een groot deel van het zicht. Door gebrek aan regen de afgelopen maand waren ook geen nieuwe stenen vrij komen te liggen.

Marcel zoekt stenen langs de akker uit.
Marcel zoekt stenen uit die bij eerdere survey’s langs de akker zijn gedeponeerd.

Sommigen uit de groep verzamelen alle stenen die ze oprapen in een plastic tas. De gedachte is dat dit bijdraagt aan een efficiëntere manier van zoeken. Het bukken, het schoonmaken, en het bekijken van de steen en het eventueel raadplegen van deskundigen kost tijd. Als je dat meerdere malen voor dezelfde steen doet, omdat je (of iemand anders) de steen bij een vorige bezoek hebt laten liggen, dan voel je je toch een beetje een ezel.

We hadden pas één baantje over de wending gelopen of Marcel dook op de afvalhoopjes langs de akker. Bovenop het eerste hoopje zag hij meteen een kern stralen. Dat was onverwacht. Oei, oei, wie heeft hier iets over het hoofd gezien? Een bedrijfsongevalletje zullen we maar zeggen, door modder en ontij.

Gelijk bij de eerste inspectie werd een Midden Paleolithische kern uit de afvalhoop gevist.

Het was niet het enige ongevalletje. Later werd elders nog een Mesolithische kern uit een hoopje gevist. En bij bestudering van de stenen thuis kwam er nog een Midden Paleolithische tevoorschijn. Kernen zijn kennelijk wat moeilijker te herkennen dan vuistbijlen… en afslagen.

Na Peest B zijn we naar Langelo gereden. Het stond al tijden op het programma om bij die ene afslag nog wat meer te vinden. De akker was net omgewerkt en erg stoffig. Hierdoor was het zicht slecht. Na één keer heen en weer gegaan te zijn, zijn we ermee gestopt.

Als kers op de taart raapte Gijsbert nog een Mesolithisch afslagje op bij de auto. Het ligt er dus wel.