‘Soms heb je wat met een steen’, aldus Gerrit, woorden niet uit overdaad geboren.
We waren woensdag 27 maart met een groep van zeven man de akker op gegaan. Nevendoel was een gesprek met de provinciale archeoloog en opgravingsbedrijf De Steekproef.
De akker was geëgd en enigszins afgeregend en vooral een stuk minder nat dan de vorige keer. De zichtbaarheid was heel behoorlijk; er was nog weinig groen opgeschoten. Ook een waterig zonnetje in de ochtend droeg bij aan goede zoekomstandigheden. Het waterige zonnetje ging rond het middaguur over in een waterverliezende wolken, maar niet veel meer dan wat gedrup.
Vanwege de afspraak namen we eerst de A-kant onder handen. We hadden al geruime tijd gelopen toen Gerrit een mooie steen opraapte waar hij wat mee had. Het duurde daarna nog geruime tijd tot Johan de openingsvondst deed: een grote afslag met meerdere negatieven met cortex. Deze lag ruim buiten en ten zuidoosten van het vuistbijlvak.
Op de rand van het vak raapte Henk een mooie afslag op.
Langs de slootrand zijn we naar concentratie B gelopen, een traject dat niet vaak is gelopen. Het heeft ook nooit iets opgeleverd, m=behalve wat Mesolithisch materiaal, zoals ook deze keer.
Concentratie B lag er een stuk beter bij dan de vorige keer. De grote modderpoelen waren grotendeels opgedroogd. Hier raapten Do, Gerrit Gijsbert en Johan een afslag op. Zodat de eindstand 6 stukken uit het Midden Paleolithicum was. Marcel moest het doen met een paar incerto’s.